Plantum blij met voorstel, maar verduidelijking nodig

Plantum blij met voorstel, maar verduidelijking nodig

Plantum is verheugd over de publicatie van het voorstel van de Europese Commissie (EC) om een nieuw rechtskader te vormen voor planten die worden verkregen door gerichte mutagenese en cisgenese (New Genomic Techniques (NGT), waar CRISPR-Cas het bekendste voorbeeld van is) en voor daaruit verkregen levensmiddelen en diervoeders. Er werd door de veredelingssector al lange tijd reikhalzend uitgekeken naar een nieuw rechtskader, dat beter past bij de technologische mogelijkheden van vandaag de dag.

De Europese Commissie heeft alle argumenten van belanghebbenden zorgvuldig geëvalueerd en opgenomen in het voorstel dat op 5 juli is uitgebracht. Met het gebruik van NGT is het mogelijk om planten te creëren die ook via conventionele veredelingsmethoden tot stand hadden kunnen komen, waarbij geen ‘vreemd’ dna wordt ingekruist. Dit is anders dan bij de ‘klassieke GMO’. Plantum ziet NGTs als een uitbreiding van de mogelijkheden voor de veredeling om gewassen sneller en preciezer  aan te passen aan de wensen van de maatschappij met betrekking tot duurzaamheid en productkwaliteit.

Dit voorstel lijkt goede mogelijkheden te bieden voor sommige toepassingen van NGT. Dat is op zichzelf hoopgevend. Tegelijkertijd heeft een aantal bepalingen verduidelijking nodig. Het is belangrijk dat deze vraagstukken geadresseerd en opgelost worden in het verdere proces, wil de EC ruimte creëren voor NGT-planten. Dit wordt waarschijnlijk een zorgvuldige maar ook langdurig proces. Plantum blijft betrokken en blijft zich inzetten voor voorgestelde verruiming van de wetgeving zodat de potentie van NGT en de bijdrage die veredeling kan leveren aan verschillende maatschappelijke en economische uitdagingen, ten volle benut kan worden.

Twee categorieën
De EC stelt twee categorieën voor om NGT-toepassingen van elkaar te scheiden. NGT-planten die ook  van nature of door conventionele veredeling ontwikkeld zouden kunnen worden (‘categorie 1 NGT-planten’) worden onderworpen aan een verificatieprocedure, op basis van in het voorstel gestelde criteria. Echter deze criteria, zoals het criterium over een harde grens van het aantal baseparen dat veranderd mag zijn, conflicteren soms met wetenschappelijke inzichten over de ‘natuurlijkheid’ van een aanpassing. Met name voor complexe eigenschappen, zoals droogte-tolerantie, is het aannemelijk dat er meerdere edits nodig zijn omdat deze eigenschap gebaseerd is op een combinatie van vele genen. De focus op het aantal edits en het aantal baseparen dat aangepast mag worden, werkt daarom limiterend op de toepassingsmogelijkheden van NGT. NGT-planten die aan de gestelde criteria voldoen, worden behandeld als conventionele planten en vrijgesteld van de eisen van de GMO-wetgeving. Informatie over categorie 1 NGT-planten wordt verstrekt via de etikettering van zaden, in een openbare database en via de relevante catalogi van plantenrassen.

Brede toegankelijkheid
In zogeheten implementing acts moet verder duidelijk worden welke technische informatie aanvragers moeten aanleveren om getoetst te worden op de ‘categorie 1 criteria’. Eén van de grootste pijnpunten in de huidige GMO-wetgeving is de financiële en administratieve last die de procedures leggen op de aanvrager. Als dat niet verbeterd wordt in een nieuw NGT-framework, blijven aanvragen onbetaalbaar voor het MKB en kan de potentie van NGT dus niet ten volle benut worden. Het is voor Plantum van groot belang dat de toetsingscriteria aansluiten bij de wetenschappelijke inzichten, dat de criteria behapbaar zijn en dat voldoen aan deze criteria zorgt voor markttoegang in de gehele EU.

Categorie 2: andere NGT-gewassen
Voor alle overige NGT-planten (‘categorie 2 NGT-planten’) blijven de eisen van de huidige GMO-wetgeving gelden. Ze worden onderworpen aan een risicobeoordeling en autorisatie voordat ze op de markt kunnen worden gebracht. Ze moeten ook worden gedetecteerd en geëtiketteerd als GMO, met de mogelijkheid van een vrijwillig label om het doel van de genetische modificatie aan te geven. De risicobeoordeling, detectiemethode en monitoringvereisten worden aangepast aan verschillende risicoprofielen. Daarnaast komen er regelgevende stimulansen voor NGT-planten met eigenschappen die kunnen bijdragen aan duurzaamheidsdoelstellingen. Een zorgpunt is dat in principe een detectiemethode moet worden aangeleverd om de ‘categorie 2 plant’ te onderscheiden van anderen, tenzij de aanvrager kan onderbouwen dat dit niet mogelijk is. Hoé een aanvrager moet beargumenteren dat dit niet mogelijk is, wordt vooralsnog niet duidelijk uit het voorstel.

Geen NGT in biologische ketens
Het voorstel stelt dat alle NGT-gewassen, ongeacht de categorie, voor de biologische sector gezien moeten worden als gereguleerde GMO. Kortom: NGT-gewassen kunnen niet gebruikt worden in biologische teelten en ketens. Dit betekent dat ook gewassen uit categorie 1, die dus als ‘even natuurlijk als klassieke veredeling’ worden beschouwd, niet in de biologische teelten gebruikt mogen worden. Veredelaars kunnen en willen transparant zijn over de nieuwe technieken die zij gebruiken zodat boeren en de ketens naar de consument keuzevrijheid hebben.

Lidstaten kunnen reactie geven
Notificatie voor ‘categorie 1 planten’ wordt gedaan bij een nationale autoriteit. Deze informeert vervolgens de Europese Commissie en andere lidstaten. Andere lidstaten kunnen dan nog commentaren geven op de beslissing of planten voldaan hebben aan de ‘categorie 1 criteria’, waarna de European Food and Safety Authority de uiteindelijke beslissing maakt of er voldaan is aan de criteria. Plantum hoopt dat de mogelijkheid om commentaar te geven door lidstaten niet leidt tot (onnodige) vertraging in het verificatieproces.

Politiek vervolg
Na publicatie van dit voorstel starten de discussies in de Europese Raad en het Europees Parlement (EP). De eerste vergadering van Europese landbouwministers staat vooralsnog gepland op 24 en 25 juli. Het EP start de discussies waarschijnlijk in augustus. Verschillende partijen hebben de ambitie uitgesproken om nog vóór de Europese verkiezingen in juni 2024 tot een besluit te komen over dit voorstel. Plantum ondersteunt deze ambitie van harte.

Naar verwachting zal de Nederlandse overheid snel met een kabinetsreactie komen, die na het zomerreces in de Tweede Kamer besproken zal worden.

(Foto: Archief, BASF)

Bron:

Deel artikel